dagboek > overzicht
Dagboek april 2016Bekiek hele maand 
 
24 april om 17:31
 
Onderzoek naar oorlogsvermissing en de gevolgen





De April-Meistakingen van 1943, een onderzoek naar oorlogsvermissing


In 1943 braken in Nederland de April-Meistakingen uit nadat de bezetters aankondigden dat alle eerder vrijgelaten krijgsgevangen zich voor straf opnieuw moesten melden. De bezetters, geschrokken van de opstand, sloegen de stakingen bloedig neer.

Willekeurig gekozen slachtoffers werden ter dood veroordeeld door een haastig ingesteld standrecht en op geheime plaatsen gefusilleerd en begraven. De snelle bekendmaking van de namen stond voorop, om de bevolking weer in het gareel te dwingen.

Na de bevrijding werd een aantal slachtoffers gevonden in massagraven. Anderen bleven vermist, onder wie zestien in Noord-Nederland. Verwanten bleven decennialang hopen op hun terugkeer uit ‘het oosten’. Ze leden onder de vermissing én onder het feit dat er blijkbaar niet naar hun dierbaren werd gezocht. Een vermissing, en dus ook een oorlogsvermissing, is pas opgelost als de vermiste wordt gevonden, levend of dood.

Tot die tijd bleven onbeantwoorde vragen en onvoltooide verhalen malen: Waar is de vermiste? Leeft hij of zij? Wat is er gebeurd? Wat had ik kunnen en moeten doen? Wat kan ik nu nog doen? En bij de jongeren: wie is die mysterieuze, verzwegen maar o zo aanwezige vader, oom, tante, grootvader die zo ernstig kijkt vanaf die vage foto?

Toen verwanten recentelijk na archiefonderzoek werden ingelicht over de lotgevallen van de vermisten, bleken instanties tot hun verbijstering al vanaf 1946 op de hoogte te zijn van hun lot en graflocatie. Instanties schrokken op hun beurt van het feit dat de nabestaanden decennialang onwetend waren gebleven en blijkbaar nooit goed waren ingelicht. Beide partijen vroegen zich af: “Hoe heeft dit kunnen gebeuren en waarom heeft het zolang moeten duren?!”





De geschiedenis wordt gedetailleerd geschreven, evenals hoe er door de jaren over rouw, vermissing en het getroffen zijn door de oorlog werd gedacht. Met behulp van de Structuratietheorie en het Narratieve Identiteitsmodel kijken nabestaanden en instanties in een geconstrueerde dialoog naar wat er is gebeurd, hoe dat kon gebeuren, wat daarin al dan niet was beoogd, wat men deed en wat men had kúnnen doen.

Het boek is uiterst leesbaar, respectvol en legt niet alleen een bijzonder stukje geschiedenis vast, maar biedt ook een verfrissende inkijk in de beleving van oorlogsvermisten door nabestaanden.

Op een onbekende plaats begraven
Truus de Witte
ISBN: 978-90-8954-138-3,
geďllustreerd, 434 blz.,
januari 2010