dagboek > overzicht
Dagboek desember 2011Bekiek hele maand 
 
17 desember om 19:03
 
Huub Mous: ' Bezuinigen kunstsector niet einde van de beschaving! '





At je Huub Mous útnoadege om un toespraak te houwen, wete je fantefoaren noait hoe’t dat útpakke sal. Der gebeure immer onferwachte dingen at Mous in the house is! Dat was fanmiddach nyt anders bij de opening fan de eksposisy fan ut werk fan 29 BAS-kunstenaars. Un protestekspo, un tentoanstelling, dy’t deur BAS as fňlgt ankondegd wurdt: De Stichting Beeldend Aktief Sneek (BAS) heeft daarom aan de bij haar aangesloten kunstenaars gevraagd hun visie te geven op het cultuurbeleid van deze regering.

Je ferwachte dan un spetterende en ronkende inleider dy’t de overheid ferbaal de oren eens flink wasse sal. Mar Huub Mous doe’t ut krekt even subtiler. Ut komt dęrdeur wel su hard an! Ik sitear nou út Huub syn speech.
Mous begint met un anekdoate fan Winston Churchill:

“ Tijdens de Tweede Wereldoorlog stelde de minister van financiën van de Engelse regering aan Winston Churchill voor om een deel van het kunstbezit van de staat te verkopen, om zo de almaar stijgende kosten van de oorlogsvoering te kunnen financieren. Churchill zou toen geantwoord hebben met een van zijn vermaarde oneliners: “Then what are we fighting for? ”

Na dizze openingsanekdoate gaat Mous ferder met um ou te fragen ňf ut ok klopt wat der beweard wurdt:

“ Klopt het ook wat hier wordt beweerd? Is de kunst het hoogste goed, dat we in laatste instantie zouden verkopen, als de nood aan de man komt en we ons met wapens moeten verdedigen? Vervang het woord ‘oorlog’ door de woorden ‘economische crisis’, en je staat voor het dilemma van vandaag. Wat is de kunst ons waard in tijden van crisis? Waar vechten we voor, als we de welvaart overeind willen houden? "

" Toen ik vorige week gevraagd werd hier iets te zeggen bij de opening van deze manifestatie heb ik meteen ja gezegd. Niet omdat ik automatisch inga op elk verzoek om te demonstreren tegen de bezuinigingen. Integendeel. Als ik heel eerlijk ben, dan moet ik u bekennen dat ik niet in alle opzichten een tegenstander ben van het beleid van deze regering.”

Na dizze woarden wurdden hier en dęr de wenkbrauwen al un bitsje optrokken deur de anzege kunstenaars. Mous foëlt dat wel an en ferontskuldigd futdaleks met ut sęgen ‘ dat het een ongelukkige binnenkomer bij deze tentoonstelling is. ’

Omdat Mous self 30 jaar beroepsmatech werksem weest het in de sektňr beeldende kunst, fynt de spreker ut nyt ‘ chique om nu te gaan spugen in je eigen bron ’.

Hij ferfňlgt: “ Meningen over de overheidssteun voor kunst en cultuur worden sterk bepaald door de positie die je inneemt in het veld. Belangen vertroebelen de standpunten en het is vrijwel onmogelijk om een onbevangen mening te hebben als je zelf – direct of indirect – baat hebt bij die overheidssteun. Misschien is dat ook een van de redenen waarom ik de huidige bezuinigingsgolf nu met andere ogen bekijk. Wiens brood men eet, diens woord men spreekt. ”





De dichter Cornelis van der Wal was ok anwezech bij de opening fan de BAS-eksposisy.


Relativeare


Huub Mous relativeart de oneliner ferfňlgens op un kosteleke manier, węr’t un soad minsen un puntsje an súge kanne: “ Een economische crisis is nog geen oorlog. We leven in een bevoorrecht deel van de wereld. Bovendien ben ik van mening dat een mens ook zonder kunst heel goed gelukkig kan worden. Kunst is geen halszaak voor ons bestaan. Vrede, veiligheid, gezondheid, armoedebestrijding en vrijheid van meningsuiting vind ik persoonlijk belangrijker dan kunst. "

" Wat is dat eigenlijk kunst? Een woordje van slechts vier letters en in het Engels nog maar drie. Kunst is niet heilig, ook al zijn er mensen die ons dat wijs willen maken. Om u eerlijk te zeggen: Ik geloof niet in kunst. Ik geloof in kunstenaars.”






Dęrna fertelt Huub Mous over kunstenaars, ok wear op un hele eigen Huuberiaanse manier:

“ Kunstenaars zijn van een ander ras. Het zijn mensen van elders die al duizenden jaren voor het venster staan, roepen in de woestijn, waanzin planten tussen vastgeroeste opvattingen, hun publiek beledigen, doof zijn als Beethoven, kromme vingers van de reumatiek hebben als Renoir, een tumor in hun hoofd hebben als Ravel, vrijwel blind zijn als Monet, moeten stelen om te eten als François Villon, om wier begrafenis gebedeld moet worden als bij Belŕ Bartók, maar die door niets en niemand zijn tegen te houden. Ik geloof in de kracht van de verbeelding, maar dat is iets anders dan kunst. Die verbeelding is niet weg te vagen. Niet door een oorlog en niet door een crisis. Dat zelfbewustzijn miste ik wel eens in protesten in de afgelopen maanden tegen de bezuinigingen van de regering. De verbeelding is zelfs sterker dan de kunst zelf. Het beste kunstwerk – zo heeft Marcel Duchamp ooit beweerd – is een schilderij van Rembrandt dat gebruikt wordt als strijkplank.”






Ut moaiste gedeelte út Mous syn toespraak, teminsten dat fyn ik, fňlgt dan: “ Bezuinigingen op de kunstsector betekenen dan ook zeker niet het einde van de beschaving. Ik heb dit jaar dan ook niet meegedaan aan de zogeheten Mars der beschaving. Dergelijke leuzen zijn volgens mij zwaar overdreven en zelfs op het hysterische af. Ze werken ook alleen maar averechts. Een Mars der verbeelding. Daar was ik in mee gaan lopen. De verbeelding, dat is waar mensen bang voor zijn, die zelf geen verbeelding hebben: de dorknopers, de regelneven, de managers, de mensen die alleen kunnen tellen en plannen. Dié mensen zijn als de dood voor de verbeelding van de kunstenaar. ‘Als de verbeelding uit de wereld is verdwenen,’ schreef Baudelaire, ’kunnen er alleen nog minnaars van prostituees en minnaars van de wolken bestaan.”





Mous spreekt syn sympathy út foar de BAS-tentoanstelling deur te sęgen dat “ negenentwintig kunstenaars, die aangesloten zijn bij BAS, geven op geheel eigen beeldende wijze hun reactie op het kunstbeleid van deze regering. Zij demonstreren niet met voor de hand liggende leuzen, maar de met de producten van hun verbeelding. Wie geen oog heeft voor het belang van beeldende kunst kan alleen door de kunst zelf overtuigd worden van het tegendeel.”

Fan harte anbefoalen dizze eksposisy!





Wethouwer Wigle Sinnema ok anwezch bij de opening!