dagboek > overzicht
Dagboek september 2019Bekiek hele maand 
 
26 september om 18:46
 
Als er blauwe lichten in de straat zijn staat Jan Douwe Gorter in vuur en vlam





Interview met Jan Douwe Gorter

‘Jan Douwe Gorter uit Sneek verdient het om eens in het zonnetje te worden gezet’ schreven zijn vrouwelijke collega’s van het Skűlplak in Sneek. ‘Hij is bovendien 25 jaar in dienst en dat is wel een goede reden’, voegden de dames eraan toe. Nu vonden wij als redactie van GrootSneek het ook de hoogste tijd om ‘Jee Dee’ eens ‘onder het vergrootglas’ te leggen.

Iedereen in Sneek en omstreken ‘kent’ de fotograaf, die altijd vooraan staat wanneer er iets in de stad te doen is. Bovendien is Jan Douwe Gorter een gewaardeerd medewerker van GrootSneek als het om brandweerfotografie gaat. En als hoffotograaf van carnavalsvereniging De Oeletoeters en fotograaf bij evenementen levert Jan Douwe ook steeds meer fraaie foto’s. Kortom wie is Jan Douwe Gorter?

Noorderhoeker

“Op 31 maart 1974 ben ik geboren in de Eeltje Halbertsmastraat. Ik ben dus een echte Noorderhoeker. Mijn vader Jan was aardig bekend, hij was een echte paardenman, van de harddravers aan de Lemmerweg. Mijn moeder was Annie Rintsma. Vader werkte bij de grasdrogerij, hij was stapelgek van paarden. Hij was ook pikeur van de harddravers. Hij ging overal naar toe, het hele land door. Ik was ook nooit thuis, altijd in de stal bij de paarden aan de Lemmerweg, afslag IJlst. Op de Sudergoweg stonden drie kleine schuurtjes met een
drafbaantje erbij. Pa verdiende ook wel een paar centen aan z’n hobby. Alhoewel ik van familieleden heb gehoord dat de draverij meer kostte dan het opbracht. Nog weer eerder woonde mijn opa in een stadsboerderij aan de Lemmerweg, die had koeien. Maar daar weet ik niets meer van. Ik ben een ‘nakommelinkje’, de meesten waren het huis al uit toen ik geboren werd. Mijn zussen Hennie, Josje en Gea gingen mij voor. En ook mijn grote broer
Frans, die helaas al is overleden, was ouder”, licht Jan Douwe een stukje van zijn eigen doopceel.

Huismeester bij het Skűlplak

De schoolcarričre van Jan Douwe begint opvallend, ‘ut jonkje fan Gorter’ was nogal speels en blijft daarom een jaar langer op de kleuterschool. Vervolgens doorloopt hij de Gysbert Japicx school aan de Harmen Sytstrastraat zonder problemen. “Ik weet nog dat we juf Alie van de
eerste klas, die van buiten Sneek kwam, altijd bij de Worp Tjaardastraat stonden op te wachten. We mochten dan het laatste stukje naar school dan altijd meerijden in haar auto.”

Na ‘de Gysbert Japicx’ gaat Jan Douwe naar de Ambachtsschool aan de Graaf Adolfstraat en volgt er een ‘elektro-opleiding’, die ook afgerond wordt. Even gaat de ‘elektricien’ nog naar de Friese Poort in Leeuwarden maar als er een baantje bij Kabel TV Westergo vrijkomt, weet
Jan Douwe het wel en zegt de Friese Poort vaarwel. Hij is daar manusje van alles en blijft er twee jaar.
“Werkdruk bestond er nog niet. Was je twee uur klaar en we werkten bijvoorbeeld in Lemmer, dan gingen we gewoon naar het strand en zaten daar rustig tot 4 uur om vervolgens weer naar Sneek te gaan. Het was een gouden tijd!” Na Westergo gaat Jan Douwe aan de slag bij Rusthuis Thabor en het Dokter Wumkeshűs in de technische
dienst. “Toen Thabor werd gesloopt, kon ik bij het Wumkeshűs blijven en werd ik gestationeerd op het Skűlplak, waar ik nu helemaal zit, drie fusies verder. Ik ben officieel in dienst bij Patyna. Ik ben er breed inzetbaar, velen noemen mij de huismeester, die al het
voorkomende werk doet als het om onderhoud en techniek gaat. Al 25 jaar.

Het is er een echte vrouwencultuur. Je moet je niet afvragen waarom ik het al zo lang bij de vrouwen
volhoud, maar juist andersom!” Een ‘big smile’ volgt na deze opmerking van de man die in het verleden al vrijwilligerswerk in de Noorderhoek deed en tegenwoordig nog altijd actief als technisch beheerder van het wijkgebouw op Het Eiland. “Ik vind het prachtig om onder
de mensen te zijn.”

Brandweerfotografie

Als Jan Douwe nog maar 12 jaar oud is, schaft hij z’n eerste scanner aan ‘om op de hoogte te blijven wat er in Sneek gebeurde’. Die passie is er ruim 30 later nog altijd en dan met name als het gaat om het fotograferen van branden.

“Ik ben dus begonnen in de tijd van de radio’s, de 27 mc’s en de scanners. Als er iets loos
was ging ik er bij wijze van spreken in mijn pyjama naar toe. Ik vond het allemaal reuzespannend. Ik had eigenlijk ook best bij de brandweer gewild, maar omdat mijn gehoor
niet optimaal is, wist ik dat ik niet door de keuring zou komen. Ik ben om die reden ook afgekeurd voor militaire dienst, daar was ik trouwens wel blij mee. Als ik ergens een hekel aan heb is dat wel overdreven bewegen en overleven in de rimboe. Ik was toen maar wat blij dat ik de lage tonen niet kon horen en afgekeurd werd. Ik heb op kosten van defensie een lekker gebakje gegeten in Groningen, waar ik gekeurd werd.”

Actie en sensatie

“De brandweer en alles wat daar mee te maken had, sprak mij vooral aan om de actie en sensatie, zeker in de beginjaren. Daar ben ik wel eerlijk in. Later ben ik mij veel meer gaan verdiepen in de wereld van de brandweer. Allemaal heel fascinerend en interessant wat er ook achter de schermen gebeurt en dan met name de techniek. Er is enorm veel veranderd in de afgelopen 30 jaar waarin ik nu alles volg. Ik heb in die jaren een groot fotoarchief opgebouwd, nu digitaal maar in mijn beginjaren gingen alle foto’s in mappen.”

“Als ik op feestjes en verjaardagen was, had ik altijd een portable scanner in de broekzak om toch maar op de hoogte te blijven. Later kreeg ik oude piepers die door brandweer afgekeurd waren, maar die waren dan al zodanig omgebouwd dat ze uitstekend werkten. Ik had die pieper 24 uur per dag binnen handbereik. Als de pieper ging was ik gevlogen. De serieuze meldingen volg ik nog altijd op de voet, waarbij ik nu toch wel meer naar de nieuwswaarde kijk. Ik lever ook alle foto’s aan de brandweer. Ik weet altijd precies wat ik wel en niet kan plaatsen. Foto’s die niet gepubliceerd worden, om privacy redenen bijvoorbeeld, gaan wel naar de brandweer. In het begin heb ik nog wel eens op het politiebureau gezeten.
In de periode van de brievenbusbranden was ik altijd haantje de voorste en toen zat de recherche er bovenop. Ik werd toen verhoord omdat ik altijd vooraan stond. Ze zagen mij trouwens meer als getuige dan als verdachte. Tegenwoordig is het andersom en vraagt de recherche of ik ook foto’s van bepaalde verdachte branden heb.”

Foto’s om trauma’s te verwerken

“Als de pieper gaat, kan ik meteen naar de locatie terwijl de brandweermannen- en vrouwen eerst naar de kazerne moeten. Ik sta dan meestal al op de plek des onheils. Tegenwoordig staan er zomaar tien man bij een brand te fotograferen en dan geldt toch echt wel wie het
eerst komt, wie het eerst maalt. Het gaat mij altijd om goede actiefoto’s en close-ups. Bij het fotograferen van ongelukken gelden hele andere regels, ik zal nooit slachtoffers in beeld brengen. Foto’s van ongelukken worden door de brandweer en slachtoffers nog weleens
gebruikt voor de verwerking. Slachtoffers en familieleden benaderen mij dan soms weken later na een ongeval met het verzoek om foto’s te leveren, allemaal om een vreselijke
gebeurtenis een plaatsje te geven. Ik zal bij ongelukken nooit vooraan staan.”

Tot slot, welke brand heeft bij Jan Douwe Gorter een onuitwisbare indruk gemaakt? De fotograaf hoeft geen tel na te denken. “Lankhorst! Ik ben er vanaf het begin tot het einde bij geweest. Ik stond eerste rang bij een vuurzee waar geen einde aan leek te komen. Het was de tijd van de scanners, zodat ik ook nog eens alles mee luisteren kon. De datum 12 april 1998 vergeet ik nooit meer!”