dagboek > overzicht
Dagboek november 2018Bekiek hele maand 
 
15 november om 20:08
 
Museumschip Kasteel Vlotburg meert af aan de Somerrakpromenade






“Sinds 2005 varen ‘Ridder Len en vrouwe Christel’ met hun museum en paardje door Europa en misschien nog verder. Zij zijn al in Zwitserland, Oostenrijk, Frankrijk, Duitsland en België geweest. En nu weer tijdelijk in Nederland”, zo begint een persberichtje dat ik ontving. Nieuwsgierig geworden fietste ik vanmiddag om te zien of het Museumschip al had aangelegd aan de Somerrrakpromenade.

Robin Hood

Als ik kom aanfietsen bij het voormalig Flexaterrein ligt het museumschip al aan de wal. Ik ben meteen onder de indruk van het toch wel opzienbarende varende museumkasteel Vlotbrug. Mijn verbazing zal gedurende de ontmoeting met Len Vries, ‘de kasteelheer’ alleen nog maar toenemen. Ik heb mijn komst niet van tevoren aangemeld, maar Len ontvangt mij allerhartelijkst. Een Surinaamse man met een Robin Hood-achtige leren hoed op zijn hoofd, waaronder twee pretoogjes voortdurend lachen.

Ik steek mijn verbazing, zo als meestal, niet onder stoelen of banken en Len kan dat blijkbaar waarderen. Open het gesprek in! Ik schat de man een paar jaar ouder dan ik, iets wat ook blijkt te kloppen. Lenny werd 68 jaar geleden in Suriname geboren, en dat is nog duidelijk te horen. Toch heeft Len ook wat een Duitse tongval, wat overigens zeer charmant klinkt. Zijn ‘levensgezellin’ rijdt net weg in een auto met Duits kenteken als ik aan kom fietsen. Zou zij de oorzaak zijn van Len’s Surinaamse uitspraak met een vleugje Duits?

Paramaribo

“Als kind groeide ik op in de buurt van Paramaribo in een groot gezin van 12 broers en zussen. Ik had als jongensdroom ooit een vlot te bouwen met daarop een kasteel. Dat ik nu op het oude vrachtschip Andisa woon, een joekel van 50 bij 6.5 meter, heeft wel wat. Ik heb enorm veel hulp gehad van mijn grote vriend Jan Westerhuid, een scheepstimmerman, om dit kasteelschip zo te bouwen. Gerard Stegeman, een andere vriend heeft mij ook geholpen”, vertelt Len ( ‘geen ge-U alsjeblieft’) vol enthousiasme.

Een Surinamer in een vriescel





Voordat het zo ver was, had Len al een heel leven achter de rug. In 1969 kwam hij naar Amsterdam en werkt zich een slag in het rond in een abattoir, waar hij varkens- en koeienmagen naar een vriescel moest slepen. “Kun je het voorstellen, een Surinamer in een vriescel? Als ik ’s avonds thuiskwam bibberde ik nog.” Later gaat hij naar Duitsland, waar hij voor koppelbazen werkt. Zijn grote passie het verzamelen van spulletjes uit de riddertijd is dan al begonnen. Op een gegeven moment beland Len in het Zuidduitse Freiburg, waar hij een hypermodern pand huurt, waar een deel van zijn verzameling kan worden onder gebracht. In de Duitse stad ontmoet hij een nieuwe liefde. Inderdaad Christel Dattler. Zijn droom om ooit eigenaar van een museumschip te worden maakt Christel mee waar, als ze haar huis ‘verhypothekeert’ en Len het oude vrachtschip kan kopen.

Gigantische hoeveelheid oude spulletjes





Len laat mij het hele schip zien, terwijl ik gewoon doorga met vragen stellen, ik heb helemaal niet het gevoel dat ik aan het interviewen ben. Benedendeks is alles volgestouwd met wat maar met ridders en jonkvrouwen te maken heeft. Ik kijk mijn ogen uit. Wat een gigantische hoeveelheid oude spulletjes herbergt dit schip. Over herbergen gesproken, Len neemt mij mee naar een middeleeuwse kroeg. Hij gaat op een vaatje zitten en zegt dat hij hier graag mag vertoeven.

Martelkamer

“Kijk en hier hebben we de martelkamer”, zegt de Surinamer bijna overbodig. Want in de ruimte staan de vreselijkste martelwerktuigen die vroeger gebruikt werden om geboefte weer op het rechte pad te krijgen. Het moet een waar paradijs zijn om je fantasie de loop te laten.

Ik ben reuzenbenieuwd waar het paardje van ‘Ridder Len en vrouwe Christel’ is. “Kom maar mee”, zegt Len. Even later staan we oog in oog met een opvallende witte pony. Het kost zijn baasje geen enkele moeite om het dier te laten steigeren. Als beloning krijgt het paardje lekkere stukjes wortel. Als Len het blauwe emmertje weggooit haalt de pony het weer op. “Weet je dat deze oude circuspony kan tellen”, vraag Len. En meteen vraagt hij het dier hoe oud het is. Met een voorpoot tikt Hekor 13 maal op het dek!

Nadat Len mij het privégedeelte, waar hij en zijn vrouw leven, ook nog heeft laten zien nemen we afscheid.
Len gaat meteen weer aan het werk. Vanaf zaterdag is het museumschip geopend voor publiek. ‘Kasteel Vlotburg’ zal nog tot 8 januari 2019 in Sneek blijven.
Openingstijden:Maandag t/m zondag 11.00 – 18.00 uur

Voor speciale school- en groepsarrangementen met Len of Christel, zodat zij een rondleiding kunnen inplannen, zie op http://www.vlotburg.nl